KOS-2008-201.jpg
 
Het meest indrukwekkende en imposante bouwwerk van het eiland is ongetwijfeld het Kasteel van de Ridders, door de Johannieter Ridderorde gebouwd aan de noord-oostkant van de haven ter ‘verdediging’ van Kos en ‘beheersing’ van de nauwe zeestraat tussen het eiland en de kust van Klein-Azië.
De ridders kwamen halverwege de 14e eeuw op Kos aan. Ze begrepen direct het strategisch belang van een vesting, voor de hoofdstad en voor het hele eiland.
Het staat niet vast of zij de vesting bouwden op braakliggend terrein.
Het meest aannemelijk is dat zij delen van vroegere bouwwerken gebruikten, die zij opnamen in de buiten- en binnenmuren van hun kasteel.
Daarom zien we nu nog vele Antieke stenen, stukken marmer, delen van zuilen en ander bouwkundige elementen van bouwwerken uit de Oudheid, vooral van het asklepeion van Kos terug in de ruïnes van het Ridderkasteel. En kunnen we de ernst en grote omvang constateren van de verwoestingen die de Ridders hebben aangericht aan monumenten uit de oudheid, die later nog werden voortgezet door de Turken.
Het Kasteel, zoals we dat vandaag zien, bestaat uit twee hoofdgebouwen, een binnen- en een buitengebouw. Het binnenste complex is tevens het oudste.
Met de bouw van het binnenste complex, dat een rechthoekige vorm heeft, werd begonnen in de tijd van de Venetiaanse regent van Kos Fantinos Querini (1436 – 1453). Het werk werd voortgezet door de hem opvolgende regenten en voltooid in 1478, toen de Genuese Eduardo de Garmantino aan het bewind was. Later constateerde men dat het noodzakelijk was het complex te ommuren met sterkere muren, vanwege de voortschrijdende ontwikkeling in oorlogstechnieken. En zo begon men rond 1495 op bevel van Grootmagistraat d’Aubusson aan de bouw van het buitenste complex, compleet met versterkte muren. Het werk ging nog door in de tijd van d’Amboise en werd voltooid in 1514, onder Del Careto.
Het feit dat de werkzaamheden voor de bouw van het kasteel tientallen jaren hebben geduurd onder het bewind van verschillende regenten, verklaart de aanwezigheid van vele familiewapens die op verschillende plaatsen in de muren zijn verwerkt. In 1523 viel de vesting in handen van de Turken, die er wijzigingen in aanbrachten. Gedurende vele jaren werd het door de nieuwe bezetters zelfs aan alle Christenen verboden voet te zetten binnen de muren van de vesting.
In de middeleeuwen was er aan de kant van de stad een gracht (op de plaats van de tegenwoordige palmenboulevard) waar zeewater doorheen stroomde. Op die manier werkte de vesting de indruk dat hij boven op een klein eiland gebouwd was. De hoofdingang werd geplaatst aan de kant van de plataan. Er waren drie boogvormige bruggen en een nauwe doorgang, zowel als een ophaalbrug.
Vandaag de dag zijn er nog delen van de muren te zien, torens, bastions, trappen en een rij zalen. Ook zijn er oude wegen, gangen en poorten van het binnen- en van het buitenkasteel bewaard gebleven.
De meest indrukwekkende aanblik van het Kasteel van de Ridders van Kos krijg je als je langs het westelijke deel van de buitenmuur loopt.
De fraaiste toren is die van Del Careto, halfrond, geplaatst aan de zuidwest-hoek van het buitenste complex.
Onder de brug die naar de ingang van het kasteel loopt zijn aan de palmenboulevard (evenals trouwens op vele andere plaatsen in de stad) nog delen te zien van een ronde muur die de Ridders gebouwd hebben in de periode tussen 1391 en 1396 ter bescherming van de stad.